Waarom uit je comfortzone gaan zo moeilijk is

Uit je comfortzone stappen is iets wat veel mensen vaak liever uit de weg gaan. Wij als mens houden van gewoonte en vinden het eng om de controle los te laten. Maar waarom is het nou zo lastig? En wat kunnen we eraan doen om het makkelijker te maken? Je leest het hier!

Wat is de comfortzone? 

Het idee van de comfortzone gaat terug naar 1908. Psychologen Robert M. Yerkes en John D. Dodson legden toen voor het eerst uit wat de comfortzone is. Zij legden het uit als een staat waarin je comfortabel bent, wat ervoor zorgt dat je stabiel presteert.  

Als je beter wil presteren, hebben we volgens Yerkes en Dodson iets meer angst nodig, iets meer stress, zodat je net buiten je comfortzone bent. Dit zal ervoor zorgen dat je beter gaat presteren. Hierbij is de grens tussen net genoeg stress en te veel stress wel erg klein. Want te veel stress zal ervoor zorgen dat wij niet beter kunnen presteren. 

De comfortzone is dus eigenlijk een situatie waarin je je helemaal veilig en prettig voelt. In zulke situaties is er geen sprake van onrust. 

Het brein

Iedereen heeft elk zijn eigen comfortzone ontwikkelt, eentje die past bij zijn eigen leven. Zonder dat je er waarschijnlijk bewust van bent, herhaal je continue hetzelfde patroon. De mens heeft van nature de neiging om na een situatie buiten zijn comfortzone meteen weer terug te keren naar zijn of haar comfortzone. Dit komt door een systeem wat wij in onze hersenen hebben van vroeger.

Onze hersenen bestaan grofweg uit drie onderdelen, dit zijn de hersenstam (ook wel het reptielenbrein genoemd), het limbisch systeem (ook wel het zoogdierenbrein genoemd) en de neocortex (ook wel mensenbrein genoemd). In dit geval focussen wij op de hersenstam en het limbisch systeem. Dit is genetisch gezien het oudste gedeelte van onze hersenen en heeft als hoofdfunctie overleven. Bij angst kent het drie functies, namelijk vechten, vluchten en bevriezen. 

Het oerbrein

De hersenstam en het limbisch systeem samen wordt het oerbrein genoemd. Het oerbrein houdt zich het meeste bezig met overleven. Het heeft een weerstand tegen verandering, want het onbekende kan onveilig zijn. Het kiest bewust voor ‘ongelukkig in bekende omstandigheden’ dan ‘gelukkig in onbekende omstandigheden’. Het reageert puur instinctief en is bang om te falen. Het oerbrein vindt veiligheid vele malen belangrijker dan geluk of bijvoorbeeld persoonlijke ontwikkeling. 

Nu zou je misschien denken, ik weet wel beter en laat mij niet gek maken door mijn eigen hoofd. Maar dat is makkelijker gezegd dat gedaan. Het oerbrein is hartstikke machtig. En hoewel de neocortex vele malen slimmer is dan het oerbrein (die regelt namelijk het cognitief vermogen), laat hij zich toch vaak intimideren door het oerbrein. Dit is de reden waarom je je zo vaak angstig kan voelen. 

Het oerbrein is zo geprogrammeerd dat het continue de omgeving aan het scannen is op mogelijk gevaar. Het wil ons beschermen en in leven houden. Vooral de amygdala (een gebied in het limbisch systeem) is daar druk mee bezig. Wij zijn dus altijd gespitst op het negatieve, omdat daar het gevaar vandaan komt. 

De moderne tijd

Tegenwoordig leven wij in een ‘moderne’ wereld, die heel anders in elkaar zit dan vroeger. Wij als mensen leven met een brein dat ons helpt overleven, maar nog niet goed is aangepast aan onze moderne tijd. 

In de wereld waarin wij vandaag de dag leven hebben wij nog maar weinig echt levensbedreigende situaties, uitzonderingen daargelaten. Naarmate de mens zich verder heeft ontwikkeld, is ons brein zich meer gaan focussen op de emotionele bedreigingen, zoals afwijzing. En hoewel dit dus geen levensbedreigend gevaar is, ziet ons oerbrein het wel zo. Voor het oerbrein is de huidige maatschappij een groot gevaar. Dit is de reden waarom wij kritiek en afwijzing vaak zo zwaar nemen. 

Daarnaast vertalen we de stress en angst vaak in iets negatiefs over onszelf. Gedachtes zoals ‘ik ben niet goed genoeg’, ‘ik kan het niet’, of ‘niemand vindt mij leuk genoeg’ gaan vaak genoeg door het hoofd van veel mensen. De angst om afgewezen, verlaten of uitgestoten te worden is een oerangst.

Je brein zal er dus van alles aan doen om jou veilig te houden. Elk moment van de dag kunnen er situaties ontstaan waarbij het oerbrein het overneemt. Het wil je graag in jouw vaste patroon houden, want dat is veilig en voorspelbaar. En veiligheid is superbelangrijk voor het oerbrein. Alles wat buiten je comfortzone valt, wordt gezien als onveilig. Op die manier proberen je hersenen je altijd in dezelfde ‘loop’ te houden. Je kan dus wel begrijpen waarom het soms zo lastig kan zijn om uit je comfortzone te stappen!

Voordelen uit je comfortzone stappen 

Ondanks dat het voor veel mensen vaak lastig is om uit je comfortzone te stappen, is het wel belangrijk om af en toe eens te doen. Het is op verschillende vlakken goed voor je. Hieronder staan enkele voordelen voor je op een rijtje:

  1. Het is goed voor je persoonlijke ontwikkeling. Door open te staan voor nieuwe dingen, niet weten wat er precies gaat gebeuren en de controle los te laten zal ervoor zorgen dat je je persoonlijk meer kan ontwikkelen. Misschien heb je het altijd al spannend gevonden om te beginnen met een nieuwe opleiding of met een nieuwe baan. Als je de stap nooit durft te nemen, zal je vast blijven zitten aan je oude baan en kom je er niet achter of je toch niet beter op je plek had gezeten bij een andere baan. Buiten je comfortzone treden kan je ook meer inzichten geven over jezelf, misschien herken je je eigen patronen of gewoonten en kan je die doorbreken door nieuwe dingen te doen. Ook kan het je zelfs nieuwe energie geven!
  • Het kan ertoe leiden dat je productiever wordt. Te lang blijven hangen in je comfortzone kan er juist voor zorgen dat je je uiteindelijk een beetje gaat vervelen, dat je te weinig uitdaging hebt. Hierdoor kan je de motivatie en ambitie verliezen om nieuwe dingen te proberen. 
  • Jezelf pushen om je persoonlijke grenzen te verleggen kan je helpen om eerder je doelen te behalen, meer werk gedaan te krijgen en kan ervoor zorgen dat je een manier ontdekt waardoor je sneller kan werken. 
  • Het kan ervoor zorgen dat je beter om kan gaan met onverwachte gebeurtenissen in je leven, je wordt veerkrachtiger
  • Als je met enige regelmaat buiten je comfortzone stapt, ga je in de in de toekomst makkelijker vinden om je eigen grenzen te verleggen
  • Uit je comfortzone stappen kan ervoor zorgen dat je meer energie krijgt. Dit klinkt misschien heel dubbel, want voor veel mensen kost nieuwe dingen doen juist energie. Maar door regelmatig uit je comfortzone te stappen kan het zorgen voor een energie-boost, doordat je nieuwe indrukken opdoet en je trots op jezelf kan zijn dat je iets nieuws gedaan hebt. Die trots die je voelt kan je een gevoel van energie geven, waardoor je het gevoel hebt dat je veel meer aankan. 

Genoeg reden dus om af en toe eens uit je comfortzone te stappen. Vind je het nou lastig om te doen? Probeer het dan stapje voor stapje. Doe het rustig aan en begin met de kleine dingen. Probeer het daarna steeds iets verder uit te breiden. Het kan ook helpen om er een routine van te maken, zo zullen de dingen die buiten je comfortzone liggen steeds veiliger aanvoelen en worden ze een gewoonte. 

Het is ook belangrijk voor je lichaam om af en toe rust te hebben. Op deze manier kan je de nieuwe ervaringen buiten je comfortzone goed verwerken, want nieuwe dingen doen kan veel energie kosten.