Oorzaken van een angststoornis

Iedereen heeft wel eens angstklachten. Maar wanneer deze zo’n impact op je leven hebben dat je niet meer normaal kan functioneren, dan heb je misschien last van een angststoornis. Waar komen deze klachten precies vandaan? Je leest het hier. 

Er is geen specifieke oorzaak te onderscheiden voor het ontwikkelen van een angststoornis. Waarschijnlijk ontstaat deze stoornis door een combinatie van verschillende factoren. Vermoedelijk is onder andere de combinatie van angst, overschot aan noradrenaline en overactiviteit van het serotoninesysteem een trigger.

Noradrenaline

Noradrenaline is een hormoon in je lichaam. De functie van noradrenline is om stress de baas te zijn. Het kan bijvoorbeeld je bloeddruk laten stijgen, waardoor er meer bloed naar je spieren gestuurd kan worden. op deze manier maakt het je onder andere klaar om te kunnen vechten tegen gevaar.

In een stressvolle situatie stuurt noradrenaline een signaal naar je bijniermerg. Hierdoor begint je lichaam adrenaline aan te maken. Door adrenaline in je bloed gaat je hart bijvoorbeeld sneller beginnen kloppen en word je bloed sneller rondgepompt.

Vaak voelen mensen met te weinig noradrenaline zich depressief, en mensen met een teveel aan noradrenaline euforisch, gespannen of angstig. Daarnaast kan een teveel van noradrenaline ook leiden tot paniekaanvallen of verhoogde bloeddruk. Dit komt omdat de afgiftesnelheid van noradrenaline te hoog is. 

De belangrijkste factoren die invloed hebben op het ontwikkelen van een angststoornis zijn biologische factoren, sociale factoren en psychische factoren. Uit onderzoek komt naar voren dat erfelijkheid een grote rol speelt. Erfelijkheid valt onder biologische factoren. Sommige mensen hebben een erfelijke aanleg om een angststoornis te ontwikkelen. Ook is het geslacht een grote factor. Meer vrouwen lijden aan een angststoornis dan mannen.

Serotonine

Ook is er onderzoek gedaan naar het serotonine gehalte van mensen met een angststoornis. Serotonine is niet alleen een belangrijke neurotransmitter in de hersenen van volwassenen, maar speelt ook een complexe rol in verschillende stadia van hersenontwikkeling. Afwijkingen in het serotoninesysteem kunnen leiden tot angst en depressieve klachten.

Sociale factoren

Onder de sociale factoren worden factoren verstaan die te maken hebben met mensen in de directe leefomgeving en de omgeving zelf. Voorbeelden hiervan zijn traumatische situaties in iemands jeugd, zoals gepest worden. Andere factoren die invloed hebben op het ontwikkelen van een angststoornis zijn werkloosheid, een laag inkomen, lage opleiding, eenzaamheid en een gebrek aan sociale steun. Bij psychische factoren gaat het om eigenschappen of karaktertrekken die het risico op een angststoornis kunnen verhogen, zoals introversie.

Lichamelijke oorzaak

Angst en paniek kan ook veroorzaakt worden door een onderliggende lichamelijke oorzaak, bijvoorbeeld overactiviteit van de schildklier of bijnieren, astma of hartritmestoornissen. Hierbij staan wel de lichamelijke klachten op de voorgrond en is angst en paniek een van de symptomen die daaruit kan voortkomen. Er zijn weinig lichamelijke oorzaken voor een angststoornis, deze komen niet vaak voor.

Naast de lichamelijke oorzaken, zijn er nog meer factoren die mee kunnen spelen bij het ontwikkelen van een angststoornis. Erfelijkheid, biologische factoren, familie- en gezinsomstandigheden, opvoeding en onder andere stressfactoren hebben allemaal invloed op het ontwikkelen van een angststoornis.

Erfelijkheid 

In de medische wereld wordt voornamelijk gekeken naar twee oorzaken, de biologische oorzaken en de psychologische oorzaken. Bij de biologische oorzaken wordt er vooral gekeken naar verstoringen in het brein. Bij de psychologische oorzaken wordt er gekeken naar iemands achtergrond, omgeving en denkwijze. Een wisselwerking tussen deze twee aspecten heeft een groot aandeel in een paniekstoornis.

In sommige families komen angststoornissen vaker voor dan bij anderen. Een angststoornis is niet erfelijk, maar het maakt de kans op het ontwikkelen van een angststoornis wel groter. Onderzoek laat zien dat kinderen gemiddeld drie keer zoveel kans hebben om een angststoornis te ontwikkelen als diens ouders soortgelijke klachten hebben. Wanneer beide ouders hiermee kampen, is de kans dat een kind een angststoornis zal ontwikkelen zelfs negen keer zo groot. 

Stress

Een andere mogelijke oorzaak is stress. Mensen die (langdurig) veel stress ervaren, kunnen last krijgen van angst en paniek. Vaak treed dit op in stressvolle periodes of gebeurtenissen. Verder kan angst veroorzaakt worden door een verkeerde ademhaling, zoals hyperventilatie. Hierdoor kan je te veel zuurstof in je bloed krijgen, waardoor symptomen zoals duizeligheid, benauwdheid en verkrampte spieren kunnen optreden. 

Denkwijze

Een volgende mogelijke oorzaak voor angstklachten, is je denkwijze. De angst en paniek die je ervaart, veroorzaak je vaak zelf door je eigen gedachten. Dit zijn automatische negatieve gedachten. Deze gaan vaak snel en onopgemerkt. Zo heb je dus niet door dat je de angst zelf veroorzaakt.

Alle bovenstaande oorzaken kunnen zeker meewerken aan het ontstaan van de angst en paniek, maar het is vaak de manier hoe je daarop reageert of je de klachten erger gaat maken of niet. De manier hoe je tegen jezelf praat is op een angstig moment heel belangrijk.